click here for english version


Amsterdam, 18 augustus 2011

Toelichting van de Binnenpret over het conflict met Sauna Fenomeen

Sinds midden jaren negentig is de relatie tussen de Binnenpret en Sauna Fenomeen door allerlei problemen in een neerwaartse spiraal terecht gekomen. Voor meer achtergrond informatie hierover zie onze eerdere uitleg. Met deze brief willen we jullie onze visie vertellen, ook in de hoop dat we op jullie steun kunnen rekenen als dat nodig mocht zijn.

Eerste huuropzegging
In december 2004 heeft de Binnenpret Fenomeen per 1 juli 2005 de huur opgezegd. Daarop is Fenomeen een gerechtelijke procedure begonnen, met als doel de opzegging ongeldig te laten verklaren. Dit is uiteindelijk ook gebeurd, met als reden dat de Binnenpret Fenomeen geen schadevergoeding had aangeboden. Daarop heeft de Binnenpret in 2008 opnieuw de huur opgezegd. En opnieuw begon Fenomeen een gerechtelijke procedure.

Schadeclaims
Ook begon Fenomeen via de rechtbank geld te claimen in verband met de verbouwing die zij zonder toestemming te vragen of afspraken te maken begonnen was. Fenomeen suggereerde dat de Binnenpret haar had gedwongen tot verbouwing en dat, toen de verbouwing klaar was, haar de huur werd opgezegd. De Binnenpret heeft nooit een fatsoenlijke rekening of voorstel tot kostenverdeling gekregen. Pas laat in de rechtsgang kwam er een soort verrekening van de zijde van Fenomeen. Deze claim is irreëel hoog. Tijdens de procesvoering probeerde Fenomeen beslag te laten leggen op de rekeningen van de Binnenpret, mogelijk om daarmee de Binnenpret lam te leggen en failliet te laten gaan. Gelukkig heeft de Binnenpret dit af weten te wenden. Deze poging tot beslaglegging gebeurde door het nu zittende bestuur. Dit bestuur had er kennelijk geen moeite mee de Binnenpret in onoverkomelijk grote problemen te brengen. Eerder had men al aangegeven de Binnenpret mee te willen sleuren in hun 'ondergang'.

Onduidelijke geldstromen
Vanaf het begin van haar bestaan heeft Fenomeen veel geld binnengekregen. Hoe de geldstromen liepen is altijd onduidelijk gebleven en zijn er verschillende speculaties over verdwenen geld. Fenomeen heeft door deze grote geldstromen vaak de indruk willen wekken belangrijker te zijn binnen de Binnenpret dan anderen. Werden in de beginjaren poenaanvragen nog gehonoreerd, nu is daar al een tiental jaren geen sprake meer van. Fenomeen is van een actieve en solidaire sauna verworden tot een naar binnen gerichte toko.

Participatie van Fenomeen in de Binnenpret
Klanten van Fenomeen kunnen wel degelijk weten wat er speelt maar hebben zich tot voor kort afzijdig gehouden. Want het enige belang dat kennelijk bij hen speelt is dat ze 'hun plek willen houden'. Fenomeen heeft jaren gebruik gemaakt van een ruimte in de Binnenpret voor een lage prijs. De huren op de Binnenpret proberen we namelijk zo laag mogelijk te houden door zoveel mogelijk alles in zelfwerkzaamheid te doen. Zodat kleinschalige niet-commerciële initiatieven zich kunnen aanmelden.

Deze lage huurprijs betekent wel dat iedere huurder energie in het geheel van de Binnenpret moet steken. Hierin is Fenomeen steeds te kort geschoten.
Van Fenomeen kwam er vaak niemand als afgevaardigde naar de maandelijks gehouden algemene leden vergaderingen (ALV's). Alleen als er weer eens problemen/ruzies waren binnen de sauna kwamen medewerkers die bij de ALV neerleggen. Dat vrat veel energie van de Binnenpret en ging ten koste van andere zaken die besproken moesten worden om het complex goed te laten functioneren.
En zo kunnen we nog wel even doorgaan, maar we willen over naar de huidige stand van zaken.

Tot zover het verleden...
Na 7 jaar procederen is het einde nu in zicht. De Binnenpret is in het gelijk gesteld wat betreft de huuropzegging. Het huurcontract is ontbonden. Tevens liep op 1 augustus j.l. de ontruimingsbescherming (een door de rechter toegekende extra periode die de huurder de gelegenheid biedt een andere plek te vinden) af. De sauna houdt de ruimte nu bezet. De afgelopen 4 maanden is er geen huur betaald. In de Binnenpret is het zo geregeld dat het gas en licht bij de huurprijs zijn inbegrepen. Dat betekent dat Fenomeen op kosten van de Binnenpret de ruimte gebruikt. Op 16 augustus j.l. is door de kort gedingrechter bepaald dat Fenomeen 8 dagen na betekening van het vonnis de ruimte dient te verlaten. Voor mensen die geïnteresseerd zijn in de juridische details zie ook de uitspraak van 16 augustus 2011.

Omdat de juridische weg is gevolgd, komt binnenkort de deurwaarder langs. Met een slotenmaker, de hulpofficier van justitie en een calamiteitenteam om de ruimte leeg aan de Binnenpret te overhandigen. Mocht het de deurwaarder niet lukken de ruimte in te komen, dan komt de sterke arm erbij kijken. Dit is een situatie waar wij niet op zitten te wachten. We kijken per dag hoe de situatie zich ontwikkelt. Onze intentie is om ook deze laatse fase zonder geweld af te sluiten.

Zodra de Binnenpret weer kan beschikken over de ruimte moet er een inventarisatie plaats vinden. De ruimte is aangetast door jarenlang intensief gebruik, stoom en vocht. Ook is de riolering al jaren toe aan vervanging. De Binnenpret moet dit gaan herstellen.

Wanneer de Binnenpret hiermee klaar is, kunnen we de ruimte weer verhuren. Wij zijn op zoek naar mensen met leuke ideeën voor de ruimte. Het is ook mogelijk om met meerdere initiatieven de ruimte te delen.

Vriendelijke groeten,
de Binnenpret


Amsterdam, august 18th 2011

Supplement of the Binnenpret on the conflict with sauna Fenomeen

Since the mid nineties the relationship between the Binnenpret and sauna Fenomeen went downhill because of all kinds of problems. More information about this in our previous explanation. With this letter we want to share our vision, in the hope of counting on your support when that might be necessary.

First rental cancellation
In December 2004 the Binnenpret canceled the rental contract with Fenomeen as from the 1st of July 2005. As a response Fenomeen started court procedures, with the goal of invalidating the notice. In the end they were successful with the reason that the Binnenpret did not give Fenomeen a damage claim. After that the Binnenpret canceled the rental contract again in 2008 and again Fenomeen started a court procedure.

Damage claims
At the same time Fenomeen started claiming money through the district court, with a reference to a renovation they started in the sauna without having the permission of /or agreement with the Binnenpret in advance. Fenomeen suggested that the Binnenpret forced them into rebuilding and that when the rebuilding was done, canceled the rental contract. The Binnenpret never received a decent account or proposal as to the costs involved. Only late along in the judicial process came the idea of what sort of settlement Fenomeen wanted. This claim is unrealistically high. During the proceedings Fenomeen tried to confiscate the accounts of the Binnenpret, and with that (possibly to) paralyze and make the Binnenpret go bankrupt. Luckily the Binnenpret averted this. This attempt of seizure was done by the current management. Apparently this management had no problems with bringing the Binnenpret into insurmountable problems. Earlier they stated they wanted to drag the Binnenpret down with them in their 'decline'.

Unclear cash flows
From the start Fenomeen made a lot of money. How the cash flow ran always remained unclear and there are different speculations about vanished money. Because of the large cash flow Fenomeen often wanted to give the impression that they were more important than the rest of the Binnenpret. In the early years of Fenomeen you could ask for money towards actions etc. But for over a decade this has not been the case anymore. Fenomeen started as an active, solidarity sauna and has become an enclosed space not interested in the outside world.

Participation of Fenomeen within the Binnenpret
Customers of Fenomeen are able to know what has been going on, but until recently have shown no interest. Apparently their only interest is 'to keep their place'. For years Fenomeen used a space in the Binnenpret for a low price. We try to keep the rental prices in the Binnenpret as low as possible, by doing as much as possible in self activity. So that small-scale non commercial initiatives can settle here. This low rent means that every renter has to put energy into the Binnenpret as a whole. Fenomeen continuously failed in doing this.

Often no one from Fenomeen showed up at the monthly held general member meetings (GMM). Only when there were problems or fights within the sauna, volunteers from the sauna came to dump those problems in the meeting. This consumed a lot of the Binnenprets energy often at the cost of other matters that needed solving within the complex to allow the Binnenpret to function appropriately.
We could continue for a while describing the past with Fenomeen, but want to pass on to currant affairs.

Thus far the past...
After 7 years of procedures the end is near. The Binnenpret has won the procedure on the rental cancellation. The rental contract is dissolved. On the 1st of august the eviction “emergency protection” (an amount of time decided by a judge that gives the renter the opportunity to find a new place) ran out. The sauna is still occupying the space.

The past 4 months no rent was payed by the sauna. The rental contracts in the Binnenpret are including the price of the gas and electricity. That means that Fenomeen is using the space on the costs of the Binnenpret. On the 16th of august, the judge sitting in chambers to deal with urgent matters decided that Fenomeen, 8 days after signing the verdict (which makes it definite) has to leave the space. For people who are interested in the judicial details you can read the verdict of the 16th of august (in Dutch).

Because the judicial road was taken, the bailiff will pass by soon. With a locksmith, the assistant public prosecutor and a calamity team to hand over the empty space to the Binnenpret. When the bailiff does not manage to get into the space, the riot police will have a try. This is a situation that we are not looking forward to. We are looking at the development of the situation day by day. Our intention is to bring things to a close without violence.

As soon as the Binnenpret can access the space, an inventory has to take place. The space is damaged by years of intensive use, steam and humidity. Also the sewers needs to be replaced. The Binnenpret has to restore this.

When the Binnenpret is ready, we can rent out the space again. We are looking for people with nice ideas for the space. It is also possible to share the space with several initiatives.

Kind regards, the Binnenpret


click here for english version


Amsterdam, juli 2011

Waarom de Binnenpret de huur heeft opgezegd aan Sauna Fenomeen

De zware beslissing Fenomeen de huur op te zeggen en de samenwerking te beëindigen is genomen omdat ons inziens een jarenlang wanbeleid gevoerd werd door vereniging Fenomeen en haar bestuur. Dit wanbeleid was er op bijna alle fronten. Er werd niets veranderd, ondanks vele pogingen in die richting door vereniging de Binnenpret, via diverse Binnenpretvergaderingen en via een uitvoerig rapport met aanbevelingen onder de titel “Sauna Fenomeen moet blijven”. Toen het voor de Binnenpret uiteindelijk duidelijk was dat de situatie niet verbeterde, eerder verslechterde, heeft de Binnenpretvergadering eind 2004 zonder tegenstemmen besloten de samenwerking te beëindigen en vereniging Fenomeen de huur op te zeggen.

Wat daaraan voorafging:

Organisatie
Het bleek vereniging Fenomeen niet te lukken een fatsoenlijke organisatie op te zetten.
Het bestuur bestond meestentijds uit een minimaal aantal leden. Bestuurswijzigingen werden meestal niet aan de Binnenpret gemeld, zodat het voor de Binnenpret onduidelijk was met wie we te maken hadden en wie de verantwoordelijken waren. Vereniging de Binnenpret heeft destijds regelmatig vragen gesteld aan bestuurders van Vereniging Fenomeen. De vragen werden niet beantwoord of de “schuld” werd naar het “vorige bestuur” geschoven, waarna het nieuwe bestuur op dezelfde weg door bleek te gaan.
De vergaderingen van vereniging Fenomeen werden gekenmerkt door felle conflicten, soms uitmondend in geschreeuw en intimidatie en het afnemen van stemrecht van medewerkers die een of twee keer niet op de vergadering waren geweest. Het is meerdere malen voorgekomen dat het bestuur in zijn geheel dreigde op te stappen wanneer de leden van de vereniging bepaalde bestuursleden niet wilden benoemen. Fenomeen was in de praktijk een organisatie die van bovenaf werd bestuurd. Ondanks hun vaak grote inzet als vrijwilliger hadden de leden van de vereniging in de praktijk weinig of geen invloed op het beleid. Er waren in de voorgaande jaren teveel mensen geschorst, in de ziektewet gekomen, op non-actief gesteld of ontslagen. Een aantal mensen ging overspannen weg. Dit gold zowel voor betaalde krachten als voor vrijwilligers. Veel van deze mensen gingen weg of werden weggestuurd omdat ze het niet eens waren met het gevoerde beleid. Wie zich in het beleid van het zittende bestuur niet kon vinden liep grote kans te worden geschorst of op non-actief te worden gesteld.
De onderling verhoudingen waren zo verslecht dat mensen er overspannen weg gingen.

Financieel
Fenomeen gaf geen of weinig inzicht in de financiële huishouding en alléén als zij zich daaraan na veelvuldig vragen niet meer redelijkerwijs kon onttrekken. De informatie waarover de Binnenpret beschikte was daardoor volstrekt onvolledig.
Bovendien had Fenomeen regelmatig een achterstand in het betalen van de huur. Aangezien de huren van de Binnenpret kostendekkend waren (en zijn), betekende dit dat een betalingsachterstand zwaar drukte op de financiën van het geheel.
Het ene moment beklaagde Fenomeen zich over haar hachelijke financiële situatie en vroeg de Binnenpret om financiële ondersteuning, het andere moment zei zij dat de organisatie financieel gezond was. Juist de vele wisselende geluiden voedden de wildste geruchten over de financiële handel en wandel van Fenomeen. Deze geruchten hadden een negatief effect op de Binnenpret als geheel.

Contact met de andere leden van de Binnenpret
De Binnenpret is een vereniging die bestaat uit 15 onderdelen die gezamenlijk de oude en monumentale paardentramremise Amstelveenseweg/Eerste Schinkelstraat en Schinkelhavenstraat in zelfwerkzaamheid beheren. Dit vereist een eigen inbreng van en samenwerking tussen de onderdelen, waaraan vereniging Fenomeen zich de afgelopen tien jaar steeds onttrokken heeft.
Vereniging Fenomeen had al sinds lang geen afvaardiging naar de maandelijkse algemene ledenvergadering van vereniging de Binnenpret. In het verleden kwamen incidenteel wel eens mensen naar de vergadering; dat waren dan vaak nieuwe bestuursleden die van niets wisten en na één of twee keer weer verdwenen na het spuien van allerhande interne problemen. Dit heeft tot talloze misverstanden en voor de Binnenpret schadelijk handelen geleid. Hiermee “hingen” zij meer aan de organisatie van het geheel, dan dat zij een actieve en constructieve bijdrage leverden.

Bouwkundig
Als huurder van een van de ruimtes in de Binnenpret had Fenomeen rechten en plichten. De rechten werden door Fenomeen benadrukt, terwijl men zich aan belangrijke delen van de verplichtingen onttrok.
Fenomeen gaf niet of nauwelijks informatie over de verbouwingen; terwijl de Binnenpret verantwoordelijk was (en is) voor het casco. Er werd gesloopt en verbouwing op verbouwing gestapeld zodat er ernstige constructieve gebreken aan het gebouw ontstonden.
Dragende kolommen die van belang waren voor de constructie werden verwijderd, waardoor ernstige verzakkingen optraden.
Ook op het gebied van brandveiligheid was de situatie gevaarlijk; niet alleen voor de sauna zelf maar ook voor omwonenden en naastgelegen gebruikers van de Binnenpret en de directe omgeving. Juist in het kader van verantwoordelijkheid ten aanzien van vrijwilligers, klanten, personeel, en omwonenden zag de Binnenpret zich genoodzaakt direct in te grijpen.

Waarom wil de Binnenpret niet meer met vereniging Fenomeen verder?
Bovenstaande heeft ertoe geleid dat de algemene ledenvergadering zónder tegenstemmen de harde beslissing tot schorsing en huuropzegging van Fenomeen heeft genomen.
Vereniging de Binnenpret is niet van plan om nu weer opnieuw met Sauna Fenomeen om de tafel te gaan zitten, omdat al voor de huuropzegging diverse pogingen zijn ondernomen om tot een werkzaam geheel te komen. Er zijn voorheen steeds weer, door diverse wisselende besturen, allerlei mooie beloften gedaan om de samenwerking te verbeteren, maar deze werden nooit nagekomen. In het hiervoor genoemde rapport zijn verschillende aanbevelingen gedaan, die niet overgenomen zijn. Na dit alles is er bij de Binnenpret totaal geen vertrouwen meer in vereniging Fenomeen. De Binnenpret vindt het triest dat de jarenlange verbintenis met Fenomeen zo moet eindigen, maar we zien geen andere uitweg.

Op 1 augustus 2011 wordt, na 7 jaar procederen, het huurcontract tussen De Binnenpret en Sauna Fenomeen ontbonden.


Met vriendelijke groet,

Leden en bestuur van
Vereniging Binnenpret
1e Schinkelstraat 14-16
1075 TX  Amsterdam
www.binnenpret.org


Amsterdam, July 2011

Why did the Binnenpret cancel the rental contract of Sauna Fenomeen?

The tough decision to stop the rental contract and all other cooperation with Fenomeen has been taken because we, Vereniging Binnenpret, believe that Vereniging Fenomeen and her management have mismanaged the space for years. This mismanagement took place in all aspects relating to Vereniging Fenomeen. The Binnenpret made their best efforts to improve the situation and to make 'Vereniging Fenomeen' functional again. The Binnenpret held many meetings and even produced an extensive rapport* citing recommendations to help the Sauna to function again. However, despite these efforts, nothing was altered. After much time it eventually became clear to the Binnenpret that the situation was not improving and even worsening. At this time, December 2004, the Binnenpret assembly voted unanimously to stop all cooperation and to give notice thereby terminating the rental contract of Vereniging Fenomeen.

What lead to this decision:

Organisation
It turned out that Vereniging Fenomeen was incapable of running a functional organisation. The management generally consisted of the least number of members possible. Changes in the management alters were usually not reported to the Binnenpret causing confusion as to who was responsible and making communication extremely difficult. Vereniging Binnenpret regularly asked questions to the management of association Fenomeen, these questions were either left unanswered or the “blame” was put upon to the “previous management”. Even if this was the case the “new” management would continue in the same manner as the “former” management.
The meetings of Vereniging Fenomeen were known for their fierce conflicts, sometimes breaking out into screaming and simple intimidation. It was not uncommon that the right to vote was taken away from employees that once or twice did not attend meetings, and it can be assumed that this may have been an attempt to shun or silence these employees asides from it being simply undemocratic. It happened several times that the management threatened to break up if members of Vereniging Fenomeen did not want to appoint certain individuals to the board, this is simple bully tactics and once again distinctly undemocratic.
Members who could not find themselves in accordance with the policies of the board ran a high risk of being suspended or categorised as “non active”. Due to the lack of conflict resolution and the working conditions being made unbearable for people who disagreed with management policy, people ended up being left unable to work, got suspended, were “put on non active” or fired. There was no discrimination made between volunteer or paid employment status.
In practice Fenomeen is an organisation that is ruled from the top down. Despite their toiling efforts as volunteers, the members of the association had little or no influence on the policies. Lots of members left or were pushed away because they did not agree with a management-pursued policy. The Binnenpret finds this behavior intolerable in any circumstance and especially in a free space such as the Binnenpret.

Financially
Fenomeen gave the Binnenpret no real insight into their financial situation. If they did it was only after frequent questioning by Vereniging Binnenpret and even then it was avoided at all costs. The information the Binnenpret had at its disposal was, due to this, by no means complete.
Moreover Fenomeen was regularly behind with its rent. Because all the rent in the Binnenpret is cost-covering, it means that when one group doesn't pay the full amount or on time the finances of the whole Binnenpret are negatively affected and the responsibility for one groups failings is shouldered by the rest. After a prolonged period of this Vereniging Binnenpret tired of the situation.
Conflictingly at the same time Fenomeen was complaining about their precarious financial situation, and asking the Binnenpret for financial support, yet claiming to be a financially healthy organisation. So many differing stories lead to the wildest rumors about the financial conduct of Fenomeen. These rumors had a bad effect on the Binnenpret as a whole.
In the past Fenomeen used to have an action pot. There was the possibility to request money for actions that were in conjunction with the objectives of the squatters- action movement. Because the people running and volunteering in the sauna became more and more disconnected from the action movement they found it difficult to find actions to support. Due to their connection with the new age healing and yoga movement they decided to support a good cause in India.

Contact with other members of the Binnenpret
The Binnenpret is an association that exists from 15 member groups that together manages the terrain that was formerly the old and monumental horse tram depot on the Amstelveenseweg, Eerste Schinkelstraat and the Schinkelhavenkade for self activity. This demands the bringing forward of initiatives and cooperation between the different groups, however for the past 10 years Vereniging Fenomeen have withdrawn themselves from this cooperation.
Since a long time Vereniging Fenomeen did not send a delegate to the monthly general assembly of Vereniging Binnenpret. Occasionally and coincidentally Vereniging Fenomeen members showed up to the assemblies, however these were always new committee members who were unaware of the situation, the running of their association and therefore unable to take any responsibility on behalf of Vereniging Fenomeen. After showing up once or twice, and disclosing a number of hearsay internal problems, disappeared again. This lead to numerous misunderstandings and damaging effects for the Binnenpret as a whole. It can be said that as Vereniging Fenomeen was not giving an active and constructive contribution, or even taking a consistent interest, it was thus ”hanging” onto and even harming the organisation of the entire Binnenpret.

Architectural Issues
As a renter of one of the spaces within the Binnenpret, Fenomeen had rights and duties. Fenomeen had most certainly stressed their rights, while at the same time they stepped away from their duties.
Fenomeen gave little or no information about renovations; while Vereniging Binnenpret is legally responsible for the building structure. There were demolitions made and constructions piled on top of previous constructions, resulting in severe construction defects. Supporting pillars were removed, causing serious structural instability.
The situation became dangerous on the issue of fire safety as well. Not just for the sauna itself, but as well for the outer neighbors and adjacent users of the Binnenpret. For their responsibility towards volunteers, customers, personnel, and neighbors the Binnenpret saw themselves in need of direct intervention.

Why does the Binnenpret not want to continue with Fenomeen?
All of the reasons stated above has led to the tough, yet obvious decision voted unanimously for at the general assembly to suspend and terminate the rental contract of Vereniging Fenomeen.
Vereniging Binnenpret is not planning to enter into negotiation with sauna Fenomeen again, because prior to the cancellation of the rental contract numerous attempts were made to establish a working relationship and on the part of Vereniging Fenomeen this never succeeded. In the past again and again beautiful promises were made, by several swiftly changing boards, to improve the cooperation, but those promises were never kept. In the before mentioned report different recommendations were made in goodwill, however they were sadly not adopted. After all of this Vereniging Binnenpret has absolute zero confidence in Vereniging Fenomeen. The Binnenpret finds it sad that the engagement with Fenomeen has to end like this, but we see no other way out.

On August the 1st, after 7 years of legal action, the rental contract from Vereniging Binnenpret and Fenomeen will be dissolved.


With kind regards,

Members and management of association Binnenpret
1e Schinkelstraat 14-16
1075 TX  Amsterdam
www.binnenpret.org

[A Vereniging is an association]

*1 – The report was called “Sauna Fenoneem moet blijven”- “Sauna Fenoneem has to stay”.


vonnis

LJN: BR5077, Rechtbank Amsterdam , 497089 / KG ZA 11-1262 HB/CGvB

Datum uitspraak: 16-08-2011
Datum publicatie: 16-08-2011
Rechtsgebied: Civiel overig
Soort procedure: Kort geding

Inhoudsindicatie: Kort geding. Ontruiming. Vaststaat dat Fenomeen zich thans zonder recht of titel in het complex van De Binnenpret bevindt. Hiermee handelt Fenomen onrechtmatig jegens De Binnenpret, waardoor zij in beginsel gehouden is het complex te verlaten. De bodemrechter heeft reeds geoordeeld dat een afweging van belangen meebrengt dat Fenomeen het complex per 1 augustus 2011 moet verlaten ten behoeve van de door De Binnenpret uit te voeren onderhouds- en renovatiewerkzaamheden. De voorzieningenrechter dient zich naar het oordeel van de bodemrechter te richten. Hiermee is tevens het spoedeisend belang bij de ontruiming van het complex een gegeven. Dat de voorzieningenrechter gelet op het unieke karakter van de zaak - zoals door Fenomeen aangevoerd - tot een ander oordeel zou moeten komen is niet aannemelijk geworden. De vordering van De Binnenpret tot ontruiming van het complex wordt dan ook toegewezen.

Uitspraak vonnis RECHTBANK AMSTERDAM

Sector civiel recht, voorzieningenrechter

zaaknummer / rolnummer: 497089 / KG ZA 11-1262 HB/CGvB

Vonnis in kort geding van 16 augustus 2011

in de zaak van

de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
VERENIGING DE BINNENPRET,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding 9 augustus 2011,
advocaat mr. E. Swart te Amsterdam,

tegen

de rechtspersoonlijkheid bezittende vereniging
FENOMEEN,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. D.R. van Lijf te Amsterdam.

1. De procedure
Ter terechtzitting van 10 augustus 2011 heeft eiseres, hierna De Binnenpret, gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding. Gedaagde, hierna Fenomeen, heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorziening. Beide partijen hebben producties en pleitnotities in het geding gebracht. Na verder debat hebben partijen verzocht vonnis te wijzen. Ter zitting waren, voor zover hier van belang, aanwezig:
Aan de zijde van De Binnenpret: [persoon 1] en [persoon 2] met mr. Swart.
Aan de zijde van Fenomeen: [persoon 3] en [persoon 4] met mr. Van Lijf.

2. De feiten
2.1. De Binnenpret is opgericht in 1985 en heeft tot doel de exploitatie zonder winstoogmerk van een in 1984 gekraakt complex van gebouwen met woningen en bedrijfsruimten. Leden van De Binnenpret kunnen zijn natuurlijke rechtspersonen of rechtspersonen die in het complex woon- en/of bedrijfsruimte huren. In het kader van een legalisatie is De Binnenpret in 1994 erfpachter geworden.
2.2. Fenomeen bestaat sinds 21 juni 1990 en is huurster van een ruimte in het complex, waarin zij een sauna exploiteert. Leden van Fenomeen zijn vrijwilligers die in de sauna werken.

2.3. De Binnenpret heeft op 12 december 2004, nadat haar algemene ledenvergadering daartoe op 7 december 2004 had besloten, aan Fenomeen de huur opgezegd van het gedeelte in een complex aan de eerste Schinkelstraat te Amsterdam waarin Fenomeen een sauna exploiteert. Een daarop volgend door Fenomeen aangespannen geding tot vernietiging van voornoemd besluit om de huurovereenkomst op te zeggen, is geëindigd in een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 31 juli 2008. In dit arrest heeft het gerechtshof overwogen dat De Binnenpret de huurovereenkomst met Fenomeen niet had mogen opzeggen zonder ten minste enige vorm van financiële compensatie te bieden. Door dit na te laten heeft De Binnenpret gehandeld in strijd met artikel 2:8 van het Burgerlijk Wetboek (BW) en dit leidde tot het oordeel van het gerechtshof dat de rechtbank het besluit van De Binnenpret van 7 december 2004 terecht heeft vernietigd.

2.4. De Binnenpret heeft vervolgens bij brief van 29 september 2008, nadat haar algemene ledenvergadering daartoe op 18 september 2008 had besloten, opnieuw de huurovereenkomst met Fenomeen opgezegd per 1 januari 2009, onder de aanbieding van een vergoeding van (uiteindelijk) EUR 12.842,34.

2.5. Een daarop volgend door Fenomeen aangespannen geding tot vernietiging van voornoemd besluit om de huurovereenkomst opnieuw op te zeggen, is geëindigd in een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 11 januari 2011. In dit arrest heeft het gerechtshof de beslissing van de kantonrechter, dat de huuropzegging per 1 januari 2009 niet ongeldig was, bekrachtigd. Fenomeen is inmiddels in cassatie gegaan van dit arrest. De procedure bij de kantonrechter over de hoogte van de ontruimingsvergoeding loopt op dit moment nog en staat op 29 augustus a.s. voor uitspraak. In januari 2011 heeft de deskundige die is benoemd in die procedure gerapporteerd dat hij de door De Binnenpret aangeboden vergoeding redelijk acht.

2.6. Fenomeen heeft ondertussen in januari 2010 en augustus 2010 tweemaal een verzoek ingediend bij de kantonrechter van deze rechtbank dat strekt tot verlenging van de ontruimingstermijn als bedoeld in artikel 7:230a BW met één jaar. Deze verzoeken tot verlening van de ontruimingstermijn zijn door de kantonrechter toegewezen.

2.7. Op 31 januari 2011 heeft Fenomeen voor de derde maal bij de kantonrechter een verzoek ingediend dat strekt tot verlenging van de ontruimingstermijn als bedoeld in artikel 7:230a BW met één jaar. Bij beschikking van 22 april 2011 heeft de kantonrechter te Amsterdam het verzoek gedeeltelijk toegewezen. Deze beschikking, luidt voor zover hier van belang, als volgt:

"(...)
7. Ten aanzien van de belangenafweging wordt als volgt geoordeeld. De kantonrechter heeft ambtshalve kennisgenomen van het procesverloop in de bodemprocedure (...). Daaruit blijkt dat partijen een conclusie na het deskundigenbericht in januari 2011 hebben genomen, De Binnenpret op 28 februari 2011 en Fenomeen op 28 maart 2011. De Binnenpret heeft vervolgens de gelegenheid gekregen tot 2 mei 2011 voor een akte uitlating producties naar aanleiding van de door Fenomeen overgelegde stukken. Dit betekent dat in die zaak het processueel debat tussen partijen in een vergevorderd stadium verkeert maar er nog geen vonnis is gewezen. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft Fenomeen onvoldoende concrete omstandigheden gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat Fenomeen nog steeds - in dit stadium van de genoemde procedure (...) - een redelijk belang heeft om het gebruik van het gehuurde voort te zetten in afwachting van een definitieve beslissing met betrekking tot de door De Binnenpret aangeboden vergoeding. Dit geldt des te meer waar het hof in het arrest van 11 januari 2011 heeft geoordeeld dat het besluit dat is voorafgegaan aan de onderhavige opzegging van de huurovereenkomst tegen 1 januari 2009 niet ongeldig is, dat de huurrechtelijke aspecten dienen te prevaleren en dat de beslissing over de hoogte van een financiële tegemoetkoming (...) thuishoort in de bodemprocedure (...). Dit betekent naar het oordeel van de kantonrechter dat er behoudens bijzondere omstandigheden, die niet zijn gesteld noch gebleken, geen reden is om de voortzetting van het gehuurde afhankelijk te stellen van een definitieve beslissing in de bodemprocedure (...) zoals Fenomeen betoogt. Het moment is dan ook gekomen dat betekenis wordt toegekend aan het feit dat reeds in 2005 omtrent een eerder ingediend verlengingsverzoek is geoordeeld - na onderzoek door een onafhankelijke deskundige - dat de toestand niet ideaal was en niet lang meer moest voortduren. Ook de kantonrechter die de twee verlengingsbeschikkingen van 4 januari en 11 augustus 2010 heeft gegeven, heeft in de laatste beschikking geoordeeld dat Fenomeen er rekening mee moet houden dat het gebruik van het gehuurde eindig is. Dat Fenomeen, zoals zij ter zitting heeft aangevoerd, eerst de arresten van het hof heeft afgewacht alvorens op zoek te gaan naar een nieuwe huurruimte dient dan ook voor haar rekening te blijven. Gelet op het voorgaande dient het belang van De Binnenpret om over te kunnen gaan tot onderhoud en renovatie te prevaleren. De kantonrechter ziet in alle omstandigheden nog wel aanleiding om Fenomeen tot 1 augustus 2011 de gelegenheid te bieden om haar zaken af te wikkelen en het gehuurde op te leveren. Het verlengingverzoek wordt derhalve toegewezen tot die datum.

BESLISSING

De kantonrechter:
I. verlengt de ontruimingstermijn met betrekking tot het gehuurde object als hiervoor omschreven tot 1 augustus 2011;

II. bepaalt dat iedere der partijen de eigen de proceskosten draagt;

III. wijst het meer of anders verzochte af.
(...)"

2.8. In opdracht van De Binnenpret heeft de deurwaarder bij exploot van 30 juni 2011 de grosse van de beschikking van 22 april 2011 aan Fenomeen betekend en - voor zover voor deze zaak van belang - bevel gedaan om vóór 1 augustus 2011 de bedrijfsruimte te ontruimen, met de aanzegging dat bij niet-tijdige en/of niet behoorlijke voldoening aan dit bevel tot gerechtelijke ontruiming zal worden overgegaan. Fenomeen heeft niet aan het bevel tot ontruiming voldaan.

2.9. Fenomeen heeft over de periode van mei 2011 tot en met augustus 2011 de verschuldigde gebruikersvergoeding van EUR 3.382,17 per maand, in totaal EUR 13.528,68, niet voldaan.

2.10. Bij proces-verbaal van 6 augustus 2011 heeft de door De Binnenpret ingeschakelde deurwaarder de voorzieningenrechter verzocht om - op grond van artikel 438 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) - te beslissen of de beschikking van 22 april 2011 een ontruimingstitel oplevert. In het vonnis van 8 augustus 2011 heeft de voorzieningenrechter, voor zover hier van belang, het volgende overwogen:

"(...)
4.3. Aan executant (De Binnenpret, vzr.) kan worden toegegeven dat hoogst aannemelijk is dat de kantonrechter met haar zorgvuldig gemotiveerde beschikking heeft beoogd dat de ontruimingsbescherming eindigde op 1 augustus 2011 en dat geëxecuteerde voordien tot ontruiming diende over te gaan. Echter, ook indien ervan wordt uitgegaan dat de kantonrechter tevens heeft bedoeld dat haar beschikking bovendien had te gelden als een afwijzing als bedoeld in het zevende lid van die bepaling, levert de wijze waarop zij haar beslissing heeft gegeven, niet de titel op die aan art. 7:230a BW bij een afwijzing van een verzoek tot verlenging kan worden verleend, omdat zij niet met zoveel woorden het tijdstip van de ontruiming heeft vastgesteld.
De wetgever verlangt dat de kantonrechter in haar beschikking een ontruimingstijdstip vaststelt en daarbij past niet dat dit tijdstip door de deurwaarder moet worden vastgesteld door de beschikking uit te leggen in die zin dat het door de wetgever beoogde tijdstip impliciet door de kantonrechter is vastgesteld door beperking van de ontruimingstermijn op een periode korter dan een jaar. Het tijdstip van ontruiming dient in de beschikking te worden genoemd, ook al kan het onder omstandigheden samenvallen met de datum van beëindiging van de ontruimingsbescherming.
De beschikking van 22 april 2011 levert daarom geen ontruimingstitel op.
Wel kan worden vastgesteld dat geëxecuteerde thans zonder recht of titel gebruik maakt van de ruimte waarvoor de ontruimingstermijn op 1 augustus 2011 is beëindigd en die ruimte behoort te ontruimen.
(...)
3. De beslissing
(...)
Verbiedt de ontruiming van de bedrijfsruimte aan het adres Eerste Schinkelstraat 14-16 te Amsterdam op basis van de beschikking van de kantonrechter van 22 april 2011.
(...)"

3. Het geschil

3.1. De Binnenpret vordert kort gezegd:
I. veroordeling van Fenomeen om het gebouwencomplex 'De Binnenpret' aan het adres Schinkelstraat 14-16 te Amsterdam te ontruimen, zo nodig met behulp van de sterke arm,
II. veroordeling van Fenomeen tot betaling van EUR 13.528,68, alsmede tot betaling van EUR 3.382,17 per maand zolang het gebruik van het complex 'De Binnenpret' door of vanwege Fenomeen na 31 augustus 2011 mocht voortduren,
III. veroordeling van Fenomeen in de (na)kosten van dit geding, te vermeerderen met de wettelijke rente.

3.2. Ter toelichting op de vordering heeft De Binnenpret het volgende gesteld. Omdat de voorzieningenrechter in zijn vonnis van 8 augustus 2011 heeft bepaald dat de beschikking van 22 april 2011 geen ontruimingstitel bevat, vordert De Binnenpret in deze procedure alsnog de ontruiming van Fenomeen. Uit de beschikking van 22 april 2011 volgt dat een ontruimingstitel zonder meer kan worden verstrekt. Fenomeen heeft op dit moment alle juridische mogelijkheden om een verdere verlening van de ontruimingstermijn te bewerkstelligen uitgeput en er staat geen hoger beroep tegen de beschikking van 22 april 2011 open. Ook het gerechtshof heeft in zijn arrest van 11 januari 2011 beslist dat de huuropzegging per 1 januari 2009 niet ongeldig was. Er bestaat derhalve geen mogelijkheid voor Fenomeen om na 1 augustus 2011 een titel te verkrijgen om van de ruimtes gebruik te blijven maken. Dat Fenomeen thans zonder recht of titel in het gebouwencomplex 'De Binnenpret' verblijft, blijkt ten slotte ook uit hetgeen in het kort gedingvonnis van 8 augustus 2011 is overwogen.

3.2.1. De Binnenpret heeft een spoedeisend belang bij haar vordering omdat Fenomeen de gebruiksvergoeding al enkele maanden niet meer betaald, Fenomeen geluidsoverlast veroorzaakte waarvoor de politie langs heeft moeten komen en er verdere escalaties dreigen tussen de leden van De Binnenpret en Fenomeen. De Binnenpret betwist ten slotte dat zij kan wachten op het vonnis van de kantonrechter dat voor 29 augustus 2011 op de rol staat, nu niet zeker is dat er een eindvonnis zal worden gewezen, aldus nog steeds De Binnenpret.

3.3. Fenomeen voert verweer. Zij voert aan dat het spoedeisend belang in deze zaak ontbreekt. De Binnenpret had alleen al om proceseconomische redenen het vonnis van kantonrechter dienen af te wachten, nu het in deze zaak te wijzen vonnis slechts enkele dagen voor de uitspraak van de kantonrechter gelegen zal zijn. Voorts is er geen betalingsachterstand aan de zijde van Fenomeen. Fenomeen heeft de gebruiksvergoeding die zij in de periode van mei 2011 tot en met augustus 2011 moest betalen verrekend met de nog openstaande opeisbare vordering uit hoofde van een lening die zij in het verleden aan De Binnenpret heeft verstrekt. Voor zover het hiervoor gedane beroep op verrekening niet opgaat, stelt Fenomeen zich op het standpunt dat een beroep op verrekening met betrekking tot de door De Binnenpret aangeboden ontruimingsvergoeding van EUR 12.842,34 mogelijk is.
3.3.1. Fenomeen betwist voorts de door De Binnenpret in haar dagvaarding gestelde geluidsoverlast, nu een onderbouwing daarvan in het geheel ontbreekt. Dat de politie twee keer langs is geweest om einde aan de overlast te maken, is volgens Fenomeen zwaar overdreven. Hetzelfde heeft te gelden voor de door De Binnenpret gevreesde escalatie. Leden van De Binnenpret provoceren leden van Fenomeen om een spoedeisend belang te creëren. Dit kan evenwel in deze procedure niet leiden tot de conclusie dat een spoedeisend belang aanwezig is.

3.3.2. Een afweging van belangen dient volgens Fenomeen in haar voordeel uit te vallen. Op dit moment loopt er nog een cassatieprocedure en de procedure bij de kantonrechter. De voorvraag of er sprake is van een rechtsgeldige opzegging en de vraag of de ontruimingsvergoeding redelijk is, dient nog steeds te worden beantwoord. Ofschoon de mogelijkheden om de schorsing van een ontruiming te bewerkstelligen zijn uitgeput, geldt dat De Binnenpret misbruik van recht zou maken als zij desondanks tot ontruiming zou overgaan. Dit geldt te meer, nu De Binnenpret nog geen partij heeft gevonden die invulling aan het gebruik van haar ruimtes zal geven en Fenomeen zich op haar retentierecht beroept. Bovendien ligt een voortzetting van de sauna meer voor de hand. Ten slotte voert Fenomeen aan dat De Binnenpret haar verzoek aan de gemeente tot verticale splitsing van het recht van erfpacht dient af te wachten.

3.3.3. Indien ondanks al hetgeen hiervoor door Fenomeen is gesteld wordt overgegaan tot ontruiming van het complex verzoekt Fenomeen de voorzieningenrechter hieraan de voorwaarde te verbinden dat de bestemming van het complex niet mag worden aangepast totdat het cassatieberoep is afgerond, alsmede de voorwaarde dat De Binnenpret een bankgarantie voor een bedrag van EUR 100.000,-- dient te stellen.

4. De beoordeling
4.1. Omdat in dit geval sprake is van een procedure waarin een voorlopige voorziening wordt gevorderd, zal de voorzieningenrechter artikel 127a lid 1 en lid 2 van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) - waarin is bepaald dat aan het niet tijdig betalen van het griffierecht consequenties worden verbonden - buiten beschouwing laten. Toepassing van deze bepaling zou immers, gelet op het belang van één of beide partijen bij de toegang tot de rechter, leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.

4.2. Uitgangspunt is dat een ontruimingsvordering in kort geding eerst toewijsbaar is, indien de eigenaar danwel erfpachter van de onroerende zaak daarbij een spoedeisend belang heeft, waarbij als uitgangspunt heeft te gelden dat ontruiming niet tot ongerechtvaardigde leegstand mag leiden.

4.3. De voorzieningenrechter dient er - gelet op het oordeel van het gerechtshof Amsterdam in haar arrest van 11 januari 2011, waarin het vonnis van de kantonrechter is bekrachtigd - vanuit te gaan dat De Binnenpret de huurovereenkomst rechtsgeldig heeft opgezegd. Voorts staat vast dat Fenomeen in juridisch opzicht alle mogelijkheden om de ontruimingstermijn te verlengen heeft uitgeput. Bij beschikking van 22 april 2011 heeft de kantonrechter een laatste verlenging van de ontruimingstermijn toegewezen. Er moet - gelet op de in de voornoemde beschikking genoemde datum van 1 augustus 2011 - van worden uitgegaan dat Fenomeen zich thans zonder recht of titel in het complex 'De Binnenpret' bevindt, waarmee zij onrechtmatig handelt jegens De Binnenpret. Dat Fenomeen zich zonder recht of titel in het complex 'De Binnenpret' bevindt, is ook bevestigd in het vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 8 augustus 2011.

4.4. In de beschikking van 22 april 2011 heeft de kantonrechter de belangen van partijen tegen elkaar afgewogen en op basis daarvan geconcludeerd dat het belang van De Binnenpret om over te kunnen gaan tot onderhoud en renovatie van het complex 'De Binnenpret' per 1 augustus 2011 dient te prevaleren boven de belangen van Fenomeen. De voorzieningenrechter dient zich naar dit oordeel van de bodemrechter te richten en daarmee is tevens het spoedeisend belang in dit kort geding gegeven. Voorts staat op grond van het voorgaande vast dat er geen sprake is van een ongerechtvaardigde leegstand van het complex 'De Binnenpret'. Daarbij komt dat gelet op hetgeen de voorzieningenrechter ter zitting ter ore is gekomen dat het niet raadzaam is dat partijen nog langer aan elkaar verbonden blijven. Uit de omstandigheid dat leden van Fenomeen in de afgelopen periode in de sauna bleven overnachten om een eigenhandige ontruiming van de leden van De Binnenpret te voorkomen - zoals door Fenomeen gemeld - moet worden afgeleid dat escalaties in de nabije toekomst niet zonder meer kunnen worden uitgesloten.

4.5. Het betoog van Fenomeen dat een afweging van belangen gelet op het unieke karakter van deze zaak tot een ander oordeel zou moeten leiden, wordt niet gevolgd. Van De Binnenpret kan niet worden verwacht dat zij het cassatieberoep ter zake de rechtsgeldigheid van de opzegging per 1 januari 2009 afwacht. Dit geldt te meer, nu in dit kort geding niet aannemelijk is geworden dat het cassatieberoep van Fenomeen enige kans van slagen heeft. Hetzelfde heeft te gelden voor de hoogte van de nog vast te stellen ontruimingsvergoeding bij de kantonrechter. Fenomeen heeft in dit kort geding weliswaar gesteld dat zij een hogere ontruimingsvergoeding zal verkrijgen (namelijk EUR 73.343,41) dan het door De Binnenpret reeds aangeboden bedrag van EUR 12.842,34, maar dit is zonder nadere toelichting niet aannemelijk geworden. Daarbij speelt tevens een rol dat in het rapport van de door de kantonrechter aangewezen deskundige wordt vermeld dat een vergoeding van EUR 12.640,00 realistisch is en Fenomeen niet inzichtelijk heeft gemaakt op welke punten het rapport van deze deskundige onjuist is. Bovendien staat de procedure over de hoogte van de door De Binnenpret aangeboden vergoeding los van de procedure over de ongeldigheid van het besluit tot opzegging van de huurovereenkomst. De voorzieningenrechter verwijst daartoe naar hetgeen door het hof in de beschikking van 11 januari 2011 en hetgeen door de kantonrechter in de beschikking van 22 april 2011 is overwogen en sluit zich daarbij aan. Ook het door Fenomeen aan de gemeente Amsterdam gerichte verzoek om tot een verticale splitsing van het recht van erfpacht over te gaan, legt onvoldoende gewicht in de schaal om De Binnenpret te verplichten de uitkomst van deze procedure af te wachten.

4.6. Ten slotte is evenmin gebleken dat Fenomeen een beroep op een retentierecht toekomt uit hoofde van een nog niet (volledig) terugbetaalde geldlening uit 1998. Ter zitting is gebleken dat de door Fenomeen aan De Binnenpret verstrekte lening inmiddels is terugbetaald. De verwarring sproot voort uit het feit dat lening in guldens is verstrekt en in euro's is terugbetaald, hetgeen een aannemelijke verklaring vormt gelet op de omstandigheid dat De Binnenpret nimmer door Fenomeen is gesommeerd om het nog resterende deel van de lening terug te betalen.

4.7. Uit hetgeen hiervoor onder 4.2 tot en met 4.6 is overwogen volgt dat Fenomeen gehouden is het complex 'De Binnenpret' te ontruimen. Daarbij komt de na te melden ontruimingstermijn redelijk voor. De voorzieningenrechter ziet gelet op het voorgaande geen aanleiding om De Binnenpret te verplichten een bankgarantie te stellen of de voorwaarde op te leggen dat de bestemming van de sauna hangende het cassatieberoep niet mag worden gewijzigd.

4.8. De voorzieningenrechter gaat er vanuit dat De Binnenpret in ieder geval voor 1 september 2011 tot ontruiming zal overgaan. De vordering van De Binnenpret tot het betalen van een gebruiksvergoeding door Fenomeen vanaf 1 september 2011 zal daarom - vanwege een gebrek aan belang - worden afgewezen. Aangezien De Binnenpret geen dwangsom heeft gevorderd, is de gevorderde machtiging van De Binnenpret om dit vonnis ten uitvoer te doen leggen met behulp van de sterke arm noodzakelijk om de voldoening van dit vonnis af te dwingen. Deze vordering zal derhalve eveneens worden toegewezen.

4.9. De gevorderde voorziening strekt verder mede tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is.

4.10. De Binnenpret heeft betaling gevorderd van een bedrag van EUR 13.528,68 als gebruiksvergoeding over de periode van mei 2011 tot en met augustus 2011. Fenomeen heeft deze vordering niet bestreden, maar zich beroepen op verrekening met de ontruimingsvergoeding die De Binnenpret aan Fenomeen verschuldigd is.
Aannemelijk is dat De Binnenpret in elk geval het reeds aangeboden bedrag van EUR 12.842,34 aan Fenomeen zal moeten voldoen. Voor het overige is het beroep van Fenomeen op verrekening met haar reconventionele vordering in de bodemzaak ter hoogte van EUR 73.343,41 - mede gelet op hetgeen hiervoor onder 4.5 is overwogen - processueel niet liquide als bedoeld in artikel 6:136 BW. Deze vorderingen dienen dan ook verder buiten beschouwing te blijven. Fenomeen is derhalve gehouden een bedrag van EUR 686,34 aan De Binnenpret te voldoen.

4.11. Het bedrag tot voldoening waarvan Fenomeen zal worden veroordeeld, geldt als voor¬schot op en ter nadere verrekening met hetgeen zij ten gronde zal blijken verschuldigd te zijn.

4.12. Sauna Fenomeen zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van De Binnenpret worden begroot op:
- dagvaarding EUR 76,31
- griffierecht 560,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal EUR 1.452,31

4.13. De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.

5. De beslissing
De voorzieningenrechter

5.1. veroordeelt Fenomeen om binnen acht dagen na betekening van dit vonnis de ruimtes in het gebouwencomplex 'De Binnenpret' aan het adres Schinkelstraat 14-16 te Amsterdam met al het hare en de haren te ontruimen en te verlaten en onder afgifte van de sleutels ter vrije beschikking van De Binnenpret te stellen, met machtiging, voor zover vereist, van De Binnenpret, zo Fenomeen mocht nalaten aan deze veroordeling te voldoen, de nakoming daarvan te (doen) bewerkstelligen met behulp van de sterke arm, overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 556 lid 1 en 557 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,

5.2. veroordeelt Fenomeen om aan De Binnenpret te betalen een bedrag van EUR 686,34,

5.3. veroordeelt Fenomeen in de proceskosten, aan de zijde van De Binnenpret tot op heden begroot op EUR 1.452,31, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 14 dagen na het wijzen van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,

5.4. veroordeelt Fenomeen in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op:
- EUR 131,00 aan salaris advocaat,
- te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en de veroordeelde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van EUR 68,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,

5.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,

5.6. wijst het meer of anders gevorderde af.

Dit vonnis is gewezen door mr. H.N. Brouwer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. C.G. van Blaaderen, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 16 augustus 2011.